Data Portal @ linkeddatafragments.org

UGent Biblio

Search UGent Biblio by triple pattern

Matches in UGent Biblio for { ?s ?p In § 87 van de Kritiek van het Oordeelsvermogen ontwikkelt Kant een moreel-teleologisch bewijs voor het bestaan van God om de idee van het hoogste goede, dat wil zeggen, de harmonieuze samenhang van zedelijkheid en geluk, als einddoel van de morele wet verstandelijk kenbaar te maken. Deze voordracht beoogt een analyse van Kants argumentatie ter zake en - daarbij aansluitend - van Kants claim dat atheïsme tot een vorm van morele wanhoop voert: 'We kunnen ons dus een rechtschapen man voorstellen (zoals bijvoorbeeld Spinoza) die er vast van overtuigd is dat er geen god bestaat [...] maar hoe zal hij dan de innerlijke bepaling van zijn doel door de morele wet beoordelen, die hij actief eerbiedigt? [...] Het doel dat deze welgezinde bij de navolging van de morele wetten voor ogen had en ook behoorde te hebben, moet hij dus als onmogelijk opgeven' (p. 355-356 (A452; B427-428)). Hierbij wordt gepeild naar (i) de validiteit van deze claim, (ii) de cognitieve, psychologische en retorische kracht van Kants moreel theïsme, en (iii) de rationele, niet-theïstische alternatieven waarop zowel sceptische als dogmatische atheïsten zich kunnen beroepen om de (logische) mogelijkheid van het hoogste goede niet te hoeven opgeven.. }

Showing items 1 to 1 of 1 with 100 items per page.