Data Portal @ linkeddatafragments.org

UGent Biblio

Search UGent Biblio by triple pattern

Matches in UGent Biblio for { ?s ?p Onderzoek aan de Britse Cardiff Universiteit (Lewis, Williams, Franklin, Thomas & Mosdell, 2006) toont aan dat journalisten steeds meer nieuws moeten produceren in steeds minder tijd. De wetenschappelijke literatuur (e.g. McManus, 1994; Lewis, Williams & Franklin, 2008a, 2008b) wijt dit fenomeen vooral aan de toenemende commercialisering van de journalistieke sector die gepaard gaat met professionalisering, kostenreductie en standaardisering van nieuwsproductie. Dit zou tot uiting moeten komen in een toenemend gebruik van institutionele en officiële bronnen. De studie van de Cardiff Universiteit toont inderdaad aan dat deze trend leidt tot een grotere afhankelijkheid van ready-made of ‘voorverpakt’ nieuws. In niet minder dan 60% van de krantenberichten en 34% van het radio- en televisienieuws werden sporen terug gevonden van ‘voorverpakte’ bronnen. Ook artikels die worden toegeschreven aan journalisten zijn vaak louter knip- en plakwerk van ‘voorverpakt’ materiaal. Buijs et al. (2009) trokken a.d.h.v. een gelijkaardige studie in de Nederlandse context gelijklopende conclusies. Onderzoek van het Nederlandse Commissariaat voor de Media (Jongbloed, Lauf & Negenborn, 2009) toont bovendien aan dat veel artikels zonder creditline in werkelijkheid toe te schrijven zijn aan nieuwsagentschappen. In elk van deze gevallen kunnen we ons vragen stellen bij de (on)afhankelijkheid van de journalistiek. In navolging van de Britse studie hebben wij een exploratief onderzoek opgezet om na te gaan hoe het gesteld is met de aanwezigheid van ‘voorverpakt’ nieuws in de Vlaamse media. Door middel van een inhoudsanalyse van het binnenlands nieuws in de kranten De Standaard en De Morgen onderzochten we hoe groot het aandeel voorverpakte informatie is en hoe transparant de twee dagbladen omgaan met hun informatie en bronnen. De steekproef bestaat uit alle binnenlandse nieuwsberichten die tijdens twee samengestelde weken verschenen (8 februari tot 20 maart 2010). In totaal gaat het om 427 nieuwsberichten in 24 kranten, waarvan 235 artikels in De Morgen en 192 in De Standaard. De analyse toont dat journalisten materiaal van nieuwsagentschappen vooral gebruiken voor de weergave van korte nieuwsfeiten die weinig verwerking vragen. Voor grotere berichten zoals reportages en interviews vertrouwen ze nog altijd vooral op hun eigen kunnen. Maar niet alleen het nieuwsbericht op zich kan voorverpakt zijn, ook binnen de berichten zelf zijn we op zoek gegaan naar sporen van voorverpakt materiaal. Journalisten halen hun informatie vooral uit persberichten of persconferenties (26,5%), en in tweede instantie bij nieuwsagentschappen en andere media. In meer dan 60% van de artikels wordt geen enkele bron genoemd, maar afgaande op de literatuur ligt het aandeel voorverpakt materiaal in werkelijkheid waarschijnlijk veel hoger. Het grootste deel van de persberichten in de steekproef is afkomstig van publieke organen, regering of overheid, en de bedrijfswereld. Zoals eerder aangetoond door de literatuur zijn het inderdaad vooral deze bronnen die aan de hand van georganiseerde mediagebeurtenissen (persberichten en persconferenties) de media-aandacht naar zich toetrekken ten nadele van niet-institutionele bronnen zoals burgers en NGO’s. Dit blijkt ook uit het feit dat het vooral artikels met een politieke en/of economische inslag zijn waarin we verwijzingen naar persberichten terugvinden. De eerste resultaten van het verkennend onderzoek kunnen geïllustreerd worden door enkele cases die aantonen dat de praktijk van ‘journalistiek in een pakketje’ griezelig goed is ingeburgerd op nieuwsredacties. In de onderzochte kranten vonden we bijvoorbeeld een artikel waarbij een journalist als auteur vermeld wordt, terwijl het in werkelijkheid de integrale weergave is van een persbericht van een Belgische minister. Op die manier laat de journalistiek niet alleen haar functie van agendasetting over aan niet-objectieve actoren, maar stelt ze ook de boodschap en invalshoek van de actor in kwestie voor als een journalistieke, onpartijdige representatie en analyse van de feiten, terwijl er eigenlijk een ‘verborgen agenda’ kan achterzitten. Dit is des te relevanter aangezien het vooral de bedrijfswereld en de overheid/regering zijn die over de middelen beschikken om journalisten te voorzien van kant-en-klare brokken tekst, dit in tegenstelling tot gewone burgers of NGO’s. Het veroorzaakt natuurlijk wel een politieke scheeftrekking, aangezien beide groepen voor veel onderwerpen tegengestelde posities innemen. We besluiten dat het aandeel voorverpakte informatie ook in Vlaamse kranten die zichzelf tot het kwaliteitssegment rekenen niet te onderschatten is en waarschijnlijk nog veel hoger ligt dan deze exploratieve studie aangeeft. Een doctoraatsproject binnen het Center for Journalism Studies aan de Universiteit Gent zal deze evolutie daarom de komende jaren diepgaand bestuderen. Daarbij zullen we nagaan welke actoren prominent aan bod komen in de media en dus de publieke agenda kunnen beïnvloeden en welke actoren veel minder of niet. Ook verschuivingen doorheen de tijd en verschillen of gelijkenissen tussen soorten media en mediaculturen zullen in beeld gebracht worden.. }

Showing items 1 to 1 of 1 with 100 items per page.